Schuilen in de Prinsekerk tijdens de Tweede Wereldoorlog

Herdenken vanuit onze vertrouwde Prinsekerk

De Prinsekerk is van oudsher Gods huis. In 1933 werd het kerkgebouw in gebruik genomen. De naam Prinsekerk werd gekozen ter nagedachtenis aan het vierhonderdste geboortejaar van Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands. Sindsdien zijn er veel mensen gedoopt, getrouwd, en begraven. Maar er gebeurt meer in de Prinsekerk, nu en vroeger. We kijken vandaag de dag uit naar degenen die extra hulp nodig hebben. Dat gebeurde altijd al via diaconie. In de Tweede Wereldoorlog gebeurde er nog meer dat dat. Sinds jaar en dag gaan er verhalen rond over of er al dan niet Joodse mensen ondergedoken zaten in het toen gloednieuwe kerkgebouw in de eveneens gloednieuwe wijk Blijdorp. Hoe zit dit precies?

Zo eens in de zoveel tijd komen er vragen. Googelen mensen naar de geschiedenis van de Prinsekerk. De betrokkenheid is groot, begrijpelijk, goed en fijn. Ds. Niels de Jong wist dat G. van der Hulst, oud scriba/ouderling een boekje had samengesteld over de voorgeschiedenis van de Prinsekerk, de opbouw van het complex, de plaatsing van het markante kerkorgel (dat eigenlijk van een andere kerk afkomstig was en al op 9 april 1722 in de Oosterkerk in gebruik is genomen – dat is 302 jaar geleden! – en later is herplaatst in ons kerkgebouw), de plattegrond, de klokken en over het vijftigjarig jubileum van de kerk, alweer lang geleden. Ook verscheen er informatie in het wijkblad ‘De Prinsekerk’ in 1998. Ook hebben we bronnen geraadpleegd in het Gemeentearchief van Rotterdam. Ds. Niels de Jong en Jojanneke doken in de informatie die wat meer licht op het wel en wee van de Prinsekerk tijdens de Tweede Wereldoorlog kan schijnen. Omdat het sowieso goed is om meer te weten over de geschiedenis van de Prinsekerk. En omdat we herdenken wat er ooit gebeurde…eigenlijk helemaal niet zo lang geleden. Wat is er waar van deze verhalen, en hoe zit het nu precies?

Onze kerk bleef staan tijdens de Tweede Wereldoorlog, slechts een paar honderd meter van de Brandgrens af, waar gebouwen eerst in lichterlaaie stonden en vervolgens in bergen puin lagen te smeulen. Andere Hervormde kerken, zoals de Grote Kerk, de Zuiderkerk, de Westerkerk waren gebombardeerd en verloren gegaan. Alle Rotterdamse kerkgangers werden aangewezen op de Koninginnekerk aan de Boezemsingel en onze Prinsekerk. De Koninginnekerk werd overigens tussen 1940 en 1966 ingezet als concertzaal voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest omdat De Doelen gebombardeerd was. Die kerk werd in 1972 gesloopt.

Uit vastgelegde jeugdherinneringen van Han Scholte blijkt dat in die kerk en in onze Prinsekerk iedere zondag soms wel zes diensten per dag werden gehouden, om iedereen toch de gelegenheid te geven om naar de kerk te gaan. Deze diensten werden voorgegaan door dominees De Kluis, Visser, Stam, Dijkstra en De Ru. En ds. Den Hertog werd ook als een baken in de roerige tijden ervaren. Deze dominees baden indringend tot God om het lot van de Joodse mensen. De ene predikant was hierbij wat uitgesprokener dan de ander. Want het vergde soms best moed om je zo uit te spreken, vooral omdat er regelmatig mensen van de Sicherheitsdienst in de kerk zaten om aantekeningen te maken over het gedrag van de kerk en de voorganger. Dominee Krop heeft zijn uitgesprokenheid over gerechtigheid met zijn leven moeten bekopen.

Zijn er plekken in de kerk waar mensen zich destijds konden verschuilen? Kort gezegd: ja, er zijn een aantal plaatsen waar je je zou kunnen verschuilen, al zou het absoluut niet comfortabel zijn en ook niet gedurende de hele dag: de kolenopslagplaats onder de lokalen in de laagbouw die overdag als kleuterschool dienst deden. Ook kon onderdak gevonden worden in het beloopbaar plafond van de kerkzaal. Stel je eens voor dat je een hele dag doodstil moet zijn in een kelder. Of boven het plafond. Niet niezen, niet hoesten. En als er een jong kindje zou zitten: hopen dat er niet gehuild wordt. Hopen dat niemand tijdens een kerkdienst het zou kunnen horen, ondanks de harde muziek van het kerkorgel. Dit zijn beelden die niet misplaatst zouden zijn in een van de verzetsfilms die je ieder jaar rond Dodenherdenking op televisie kunt zien. En nog steeds klinken jaarlijks op 4 mei tussen 19:45 en 20:00 uur de klokken van de kerk, ter nagedachtenis aan allen die vielen tijdens de oorlog. Niet de originele in 1933 gegoten klokken, want die waren gevorderd door de Duitsers, om munitie van te maken. Na de oorlog zijn nieuwe klokken gemaakt, de ‘Roeper’ en de ‘Trooster’. Op deze klokken staat een bijzondere tekst gegraveerd:

“1948
God lof, door offers van de dank
voor vrede en vrijheid
staan wij gans herboren
en troosten, roepen en juichen
weer bezield
in toon en aard gelijk tevoren”

“1940 – 1945
Wij, Trooster, Roeper, Juicher,
zijn door des vijands hand
geroofd uit deze toren.
Tot oorlogstuig gesmolten,
scheen ons bronzen lied
voor Rotterdam verloren.”

Onze klokken zijn de luide getuigen van wat onze kerk en ons Rotterdam is overkomen.

Maar zaten er nu werkelijk mensen in de Prinsekerk in de Tweede Wereldoorlog? Kort gezegd: ja, maar niet specifiek Joodse mensen. Het kan overigens wel zijn dat hier ook Joodse mensen bij zaten. Hierover zijn de door ons gevonden bronnen niet duidelijk over. De Prinsekerk bood onderdak aan veel Rotterdammers die voor de Duitsers moesten onderduiken. De vader van Loes Heere-Bijleveld heeft meerdere keren ondergedoken gezeten in de windkamer van het orgel. Haar moeder bracht hem dan iedere dag een pannetje eten. Andere mannen lagen boven de zijbeuken in de kerkzaal. Volledig uit het zicht, boven het plafond boven de zijbanken. Aan de linkerzijde en rechterzijde, onder grijze dekens. Al kwamen ze zoeken, de Duitsers hebben hen nooit ontdekt. Wat moet dit ook een spanning hebben veroorzaakt bij de toenmalige koster…

Goed en wijs om dit in gedachten te houden, de eerstvolgende keer dat je de kerkdienst binnenloopt. Hoe dierbaar deze plek was en nu nog is. Een jaarlijks terugkerende herdenkingsdag, die dit jaar wel als wat complex kan voelen, in het licht van de oorlogen die niet eens zo heel ver van ons vandaag plaatsvinden.

Opdat wij nooit vergeten.

De zijbeuk van de Prinsekerk, waar in de Tweede Wereldoorlog Rotterdammers ondergedoken zaten.

De zijbeuk van de Prinsekerk, waar in de Tweede Wereldoorlog Rotterdammers ondergedoken zaten.

Auteur

Jojanneke van den Bosch

Wij danken onze buurtgenoten heel hartelijk voor het delen van hun documentatie, zodat we deze konden raadplegen voor dit artikel.


Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit artikel, of wil je hierover in gesprek? Neem dan contact op met ds. NIels de Jong.

Scroll naar boven