Een plek om God te vinden, of gevonden te worden

Blog – De dichter Willem Jan Otten schrijft ergens hoe moeilijk hij het in Corona-tijd vond dat hij niet meer naar de kerk toe kon gaan. Hij ging niet alleen de mensen missen die hij daar zag, maar hij ging ook God missen daardoor. Dat was bij hem misschien wel extra voelbaar omdat de kerkgang voor hem een grote rol had gespeeld in zijn weg tot het christelijk geloof. Toen hij de 40 was gepasseerd, was hij vrij plotseling naar de kerk gegaan. En blijven gaan. Zo’n 5 jaar later was hij tot geloof gekomen. En toen opeens dat missen van die wekelijkse gebedsplaats. Dat viel hem zwaar.

Misschien heb je het in Corona-tijd ook wel gemerkt. Toen je niet meer naar de kerk kon gaan, dat het iets deed met je geloof. Of dat je niet meer naar die kring kon gaan waar je samen met anderen de bijbel las en bad. Misschien merkte je toen wel dat je geloof er niet beter van werd zonder die gebedsplaatsen. Nu is de een daar natuurlijk gevoeliger voor dan de ander. Zo zullen er mensen zijn voor wie het niet heel veel uitmaakt of de zondagse dienst in een kerkgebouw is of in een aula van een school. Omdat voor hen de zondagse plek vooral gemaakt wordt door de mensen. Terwijl voor anderen zo’n aula vreselijk zou zijn, omdat ze voor hun gevoel ook echt iets verliezen in het contact met God als ze hun kerkgebouw kwijtraken (daarom soms ook de heftige emoties als kerkgebouwen worden gesloten of mensen niet meer terecht kunnen in ‘hun’ kerkgebouw).

Toch lijkt het zo te zijn dat sommige plekken meer ‘van God’ hebben dan andere plekken. Het is misschien wat Keltische christenen thin places noemden. Plekken waar het dunner is tussen hemel en aarde, waar je eerder iets van God merkt. Waar het makkelijker is om bij God te komen, of en dat is waarschijnlijk beter gezegd, waar het makkelijker is dat God bij jou komt. Kerkgebouwen kunnen zulke thin places zijn. Niet altijd overigens, ik was onlangs in een Nederlands kerkgebouw dat toch vooral als een museum aanvoelde. In het buitenland lijkt het vanzelfsprekender dat zo’n kerk een gebedsplaats is en blijft. Dat is mijn ervaring in Frankrijk dat die kerkgebouwen daar toch vaak open zijn. Beschikbaar voor die toeristen die het niet kunnen laten om toch even naar binnen te gaan. Beschikbaar voor lokale mensen die er regelmatig of onregelmatig willen zijn. Plekken waar je als vanzelf gaat fluisteren, makkelijker gaat bidden.

Wat mij betreft komen er meer van zulke plekken in Nederland (al snap ik dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan). Niet alleen omdat in een gejaagde wereld het bakens van rust en stilte zijn en we die als overprikkelde 21e eeuwse mensen goed kunnen gebruiken. Maar vooral ook omdat in een tijd waarin veel mensen moeite hebben om God op het spoor te komen, zulke plekken kunnen helpen. Want op zulke plekken lijkt er vaker ‘iets van God’ te gebeuren. En juist dat hebben wij mensen nodig, want we zijn ‘aangelegd op God’.

Mocht je in de gelukkige omstandigheid zijn om zo’n gebedsplaats in de buurt te hebben, die ook nog regelmatig open is. Dan zou ik zeggen, ga er heen en sluit je aan in een rij van mensen die daar al tientallen jaren of zelfs honderden jaren aan het bidden zijn. En als je bidt, dan help je om die lucht tussen God en ons mensen dun te houden. Waardoor de hemel makkelijker de aarde raakt. En wie weet, draag je er zo aan bij dat andere mensen daar God ook weer makkelijker kunnen vinden. Of, misschien is dat beter gezegd, waar God makkelijker mensen kan vinden.

Auteur

Niels de Jong

Scroll naar boven