Het gezicht van Noorderlicht: Bram
Bram is 42 jaar oud en getrouwd met Gerlinda. Samen hebben ze een zoon en een dochter van 12 en 14 jaar. Ze wonen in Prinsenland. Waar kunnen we Bram van kennen? “Ze kennen me denk ik vooral van de diensten waarin ik voorga,” zegt hij. “Ik ben verder niet zo vaak in de kerk, omdat ik regelmatig voorga bij Goud op Zondag of elders een kerkdienst moet leiden.” Iets anders waar je Bram van zou kunnen kennen is zijn werk voor Goud van Noord en Goud op Zondag. “Er zijn heel wat mensen uit Noorderlicht als vrijwilliger betrokken bij deze organisaties. Daar zijn we heel blij mee.” De vrijwilligers zijn overal terug te vinden, waaronder in het bestuur van Goud van Noord. “Volgens mij bestaat meer dan de helft uit Noorderlichters,” zegt hij lachend. Maar ze werken ook mee bij allerlei andere projecten. Volgens Bram zijn het goede vrijwilligers. “Het zijn vaak heel betrokken mensen die inhoudelijk ook wat te bieden hebben, een breed netwerk hebben en weten hoe ze iets kunnen bereiken. Dat is heel fijn.” Wat doe je in het dagelijks leven? Bram werkt als buurtpastor bij Goud van Noord. Hij werkt daar samen met zijn vrouw, die de zakelijk leider is. Goud van Noord zet zich met name in voor de wijkbewoners. “Mensen die vaak als ‘kansarm’ worden gezien, daar willen wij anders naar kijken.” De focus ligt veel meer op iemands mogelijkheden dan iemands hulpvraag. “We willen kansen creëren en iemands kwaliteiten zien die nu misschien niet goed uit de verf komen door alles wat diegene heeft meegemaakt,” vertelt hij. Daarnaast spelen ze een grote rol bij praktische hulpvragen. “Dat kan gaan over taal of huisvesting, maar bijvoorbeeld ook iemand die een nieuwe fiets nodig heeft voor zijn of haar kind, maar daar nu het geld niet voor heeft. In zo’n geval gaan wij fondsen inschakelen en dikwijls is het dan mogelijk dat we diegene kunnen helpen.” Als buurtpastor is Bram eigenlijk “een manusje van alles,” maar de focus ligt vooral op het verbinden met mensen. “Een luisterend oor bieden, zodat mensen hun verhaal kwijt kunnen.” Goud van Noord heeft ook een huiskamer waar iedereen even binnen kan lopen voor een kopje koffie of een activiteit. “Daar komen allerlei soorten mensen, met allerlei culturele achtergronden.” Maar Bram doet nog meer. “Ik werk ook parttime bij Goud op Zondag,” begint hij. “Dat is vorig jaar oktober gestart als interculturele pioniersplek binnen de Protestante Kerk Nederland.” Eens per maand hebben we een eigen dienst op zondag. “Mensen met allerlei culturele achtergronden vinden hier hun plek. Ook moslims en Hindu’s haken aan, dus het is een heel bijzondere mix.” Bram glundert als hij hier over praat. “We willen in de toekomst graag gaan uitbouwen naar twee samenkomsten per maand en uiteindelijk het liefst wekelijks.” Het doel van Goud op Zondag is het laten ontstaan van een community waar mensen uit de wijk kunnen aanhaken. “Dat is nu al aan het ontstaan,” legt hij uit. “Het is een plek van geloof, hoop en liefde waar mensen God kunnen ontmoeten en het leven weer aankunnen voor de rest van de week.” Wanneer kwam je voor het eerst bij Noorderlicht? Bram is sinds eind 2018 verbonden aan Noorderlicht. “Nog niet zo heel lang, dus, maar tegelijkertijd voelt het wel als heel lang.” Het gezin is lid geworden van Noorderlicht vanwege hun werk voor Goud van Noord. “Eerst heette het ‘Wijkpastoraat Oude Noorden’,” legt hij uit. “Maar het was een beetje een eilandje. Als organisatie waren ze niet gekoppeld aan een lokale kerk.” Uiteindelijk werd er besloten dat het beter zou zijn om een connectie te hebben met een lokale kerkgemeente, zodat er meer verbinding zou ontstaan tussen de kerk en hun diaconale werkzaamheden. “En dat werd Noorderlicht. Net voordat wij kwamen was die link gelegd en wij vonden het mooi om dan zelf ook lid te worden van die kerk.” Wat betekent Noorderlicht voor jou? “Voor mij persoonlijk is het echt een plek waar ik dingen leer, met name van mijn collega’s, als het gaat om pionieren,” vertelt Bram. “Maar het is ook een plek waar ik merk: hé, zo kun je ook kerk zijn. Het kan allemaal ook heel snel gaan; als er iets georganiseerd moet worden, is het vaak zo geregeld. Dat is heel prettig.” De lijnen zijn kort, volgens Bram, en als je met een idee komt is het altijd bespreekbaar. “Voor mij is Noorderlicht dus ook een plek waar ruimte is om te experimenteren.” Daarnaast benoemt hij dat Noorderlicht helder in de kern is. “Het gaat om Jezus Christus.” Het komt niet vaak voor dat Bram in de kerk zit als bezoeker, “maar áls ik op zondag in de kerk ben -en dat klinkt misschien gek- geniet ik altijd het allermeest van die schildering van Christus die je daar boven bij het plafond kunt zien,” zegt hij voorzichtig. “Er gaat geen dienst voorbij of ik moet er niet een aantal minuten naar kijken. Het helpt mij enorm om Christus te zien en vooral ook dat Hij mij ziet.” Bram vertelt dat we vijf zintuigen hebben gekregen, maar binnen de protestantse traditie eigenlijk alleen gebruik maken van onze oren. “We luisteren vooral. Dat is ook goed, want dat is ook heel belangrijk, maar mijn ervaring bij Goud op Zondag is juist dat de wereldkerk nog zoveel meer te bieden heeft. Juist voor die andere zintuigen.” Volgens Bram valt er zoveel te ontdekken in de wereldkerk. “Juist als je even minder goed kunt luisteren, bijvoorbeeld omdat je overprikkeld bent of wat vermoeid, kan het geloof ook op een andere manier zichtbaar, tastbaar en voelbaar zijn. Dat helpt mij enorm.” Hoe zou je Noorderlicht omschrijven voor een buitenstaander? “Noorderlicht is een kerk met een lage drempel, die gaat voor de inhoud,” zegt hij. “Het is heel makkelijk om er binnen te lopen en je plekje in de kerk op te zoeken en aan te haken. Maar als je komt, hoor je ook een verhaal dat je buiten de kerk niet hoort. Het verhaal van Jezus Christus, het evangelie.” Verder noemt hij Noorderlicht heel informeel. “En natuurlijk ook wel wit,” zegt hij voorzichtig. “Dat valt me nu meer op, omdat ik juist zo op dat interculturele vlak bezig ben.” Hij hoort dit punt vaker voorbij komen. “Ik denk dat het iets positiefs is dat we ons daar blijkbaar van bewust zijn,” zegt hij. “Vervolgens kunnen we gaan kijken naar hoe we het interculturele iets meer zouden kunnen inbrengen binnen Noorderlicht.” Volgens Bram is dat belangrijk, omdat we in een stad wonen en werken die ongelooflijk multicultureel is. “Het is belangrijk dat een kerk op de een of andere manier iets weerspiegeld van de plek waar ze kerk is. Dat is denk ik cruciaal om ook je plek in de stad op een goede manier te kunnen innemen en ook om herkenbaar te zijn voor anderen in de stad.” Welke rol speelt het geloof in jouw leven? Bezig zijn met geloof is natuurlijk in alle opzichten onderdeel van Brams werk. Dus dat het geloof een belangrijke rol speelt, zal geen verrassing zijn. Als kind groeide hij op in Ede, binnen de hervormd-gereformeerde traditie. Hij is gewend om elke zondag twee keer naar de kerk te gaan, maar als puber keerde hij zich helemaal af van God. “Ik ging al een tijdje weinig naar de kerk. Het interesseerde me niet,” begint Bram zijn verhaal. “Ik wilde meer vrijheid, denk ik. Maar toen werd ik door een jonge gast van de kerk, die ik altijd wel tof vond, uitgenodigd om een keer mee te gaan naar een soort praise-avond.” En daar gebeurde iets heel bijzonders. De liederen en boodschap raakten hem enorm. “Het was voor mijn gevoel alsof ik opeens oog in oog met God zelf stond,” zegt hij. Deze ommezwaai gaf aan de band met zijn ouders een nieuwe inhoud. Maar dat niet alleen. Bram was ook een inspiratiebron voor zijn vrienden. Hij zat in een wereld waarin veel werd gespijbeld. “Ik had van die skate-vrienden. We blowden samen en hadden heel veel plezier daarmee,” vertelt hij. “Maar ik was dus wel een beetje van God los in die tijd. Zij merkten opeens dat er iets bij mij was gebeurd en dat ik andere keuzes ging maken. Ze dachten: ‘Wat is er met die Bram aan de hand?’ Niet negatief, maar juist heel geïnteresseerd!” Zijn vrienden waren nieuwsgierig en hij heeft nog nooit zoveel mensen van buitenaf meegenomen naar de kerk als in die periode. “Ik heb toen veel mooie gesprekken en ontmoetingen gehad. Eén vriend is later ook Christen geworden. We zaten samen boven de kinderbijbel te lezen, omdat hij er helemaal niet in thuis was. Uiteindelijk nam hij die mee naar huis om de verhalen te lezen. Dat was wel bijzonder.” Het vormt een mooie inspiratie voor zijn huidige werk. “Ik houd wel van mensen die een beetje dwars zijn of anders dan gemiddeld. Het spreekt me aan om juist daarmee een verbinding te leggen.” In zijn dagelijks leven probeert Bram vast te houden aan vaste routines. Elke ochtend trekt hij zich een half uur terug in zijn eigen hoekje. “Ik heb boven een hoekje ingericht met een kaars, een icoon, de Bijbel, wat liedboeken en een crucifix. Ik houd een soort dagorde aan en begin met een ochtendgebed. Ik steek een kaars aan en zing een aantal liederen.” Als hij dan een moment stil wordt, voor zijn gebed, kijkt hij altijd naar de icoon. “Dat helpt me echt om me te richten op Christus,” legt hij uit. Daarna is het tijd voor gebed. “Oh ja!” roept hij dan. “Wat mij ook erg helpt is de podcast ‘Eerst Dit’. Die luister ik ook vaak.” Tijdens zijn ochtendritueel is er ook tijd voor een lezing. Dan pakt hij de Bijbel erbij en luistert ondertussen naar de podcast. “Het is fijn dat dat gedaan wordt door anderen, die vanuit een ander perspectief weer iets nieuws uit de tekst laten oplichten. Dat inspireert mij.” Welke boodschap wil je de Noorderlichters, en anderen die dit lezen, meegeven? “Een boodschap is misschien een te groot woord,” zegt hij voorzichtig, “maar wat mij wel inspireert, en ik hoop anderen ook, is dat we deel uit maken van een groter geheel. We leven natuurlijk in een hyperindividualistische tijd.” Hij denkt dat het belangrijk is dat je niet in je eentje gelooft, “en ook niet alleen als Noorderlichters. Je maakt deel uit van een wereldkerk die al láng voordat jij of ik er was, bestond,” legt hij uit. “En die wereldkerk heeft ons zoveel te bieden van wat we -denk ik- in de protestantse kerk soms een beetje zijn kwijtgeraakt.” Bram verwijst naar het Oude Testament. “Als je kijkt naar de tabernakel en de tempel; daar hadden ze allerlei rituelen. Ze hadden wierook, specifieke religieuze kleding, kaarsen, engelen van goud. Er was van alles te zien, te proeven en te beleven. Dat helpt enórm!” Welk citaat uit de Bijbel wil je ons meegeven? “Toen sprak God deze woorden: ‘Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.” (Exodus 20: 1-2, NBV) “Dit vind ik een machtigmooi woord,” zegt Bram enthousiast, “omdat dit een kernmotief is in de hele Bijbel. God is een bevrijdende God die ons uitleidt uit alles wat ons neerdrukt, kleinhoudt of ons van Hem afhoudt.” God wil onze ogen openen voor het beloofde land waar Hij ons naartoe wil brengen, aldus Bram. God als bevrijder. “Dat is voor mij heel kernachtig. En nu ik er zo over nadenk, heeft dat misschien ook wel een beetje met mijn pubertijd te maken en dat ik dat toen zelf zo heb ervaren.” Daarnaast wijst hij erop dat het citaat begint met: ‘toen sprak God’. “Het begint dus bij God en niet bij ons,” legt hij uit. “Daar zit het bevrijdende in. Het begint bij God en bij Jezus. Als Hij spreekt zijn dat woorden van bevrijding. Dan gaat er een toekomst open en gaan we leven. We krijgen perspectief en hoop.”