Het gezicht van Noorderlicht: Els
Els is 64 jaar oud en weduwe. Ze heeft drie volwassen kinderen en zeven kleinkinderen. Ze woont in Ommoord. Waar kunnen we Els van kennen? De meeste mensen zullen Els kennen via de mail. “Ik houd namelijk de ledenadministratie bij.” Alle aanmeldingen en wijzigingen komen dus bij Els in de mailbox terecht. “En daarnaast zit ik in het gebedsteam en eens in de zoveel weken help ik bij het koffie schenken.” Een bezige bij, dus! Wat doe je in het dagelijks leven? Els werkt vier dagen in de week als onderwijsbegeleider vanuit het samenwerkingsverband. Elke basisschool in Rotterdam heeft een vaste contactpersoon en Els is dat voor twee scholen in Rotterdam Oost. “Mijn eerste aanspreekpunt is de intern begeleider. Diegene is op een school belast met alle zorg voor de leerlingen. Dat kan gaan over leerlingen die wat meer of juist wat minder begaafd zijn, maar ook gedragsproblemen of een moeilijke thuissituatie. Ik ben de vaste meedenker.” Daarnaast verzorgt ze ambulante begeleidingstrajecten op scholen en behandelt leerlingen met leesproblematiek. Els heeft vrijwel wekelijks contact met de scholen en probeert heel handelings- en oplossingsgericht mee te denken. “Wat heeft dit kind nodig? Wat hebben de ouders en/of de leerkrachten nodig?” Het samenwerken is voor Els erg belangrijk. “Vroeger hadden scholen soms zo’n houding van ‘Ik weet het beter en jij als ouders moet gewoon doen wat ik zeg,’ maar ik vind het heel belangrijk om de ouders erbij te betrekken,” legt Els uit. “Als je een traject ingaat met een leerling, omdat het misschien naar het speciaal basisonderwijs moet, dan is het heel fijn om dat hand-in-hand met de ouders te kunnen doen.” Elk kind is uniek en heeft op zijn/haar manier aandacht nodig, ook als alles gewoon goed gaat. Maar ga daar maar aan staan als je een klas hebt met 36 leerlingen. “En dan heb ik het nog niet eens over kinderen die moeite hebben met bijvoorbeeld rekenen of lezen,” vervolgt Els. “Ik vind het heel eervol dat ik dan mee mag denken. Ik geniet er echt nog elke dag van.” Wanneer kwam je voor het eerst bij Noorderlicht? Els is op een wel heel bijzondere manier bij Noorderlicht terecht gekomen. Tijdens haar huwelijk woonde ze in de Schepenstraat, schuin tegenover de Prinsekerk. “De kerk was mijn uitzicht,” vertelt ze. In 2004 overleed haar man na een heel kort ziekbed en in een tijdsbestek van 1,5 jaar gingen ook alle drie haar kinderen het huis uit. Toen vond Els haar huis te groot worden voor haar alleen. “Mijn zoon trouwde en kreeg vrij snel daarna een kind, dus hij is toen in mijn huis gaan wonen.” Zelf vertrok ze naar haar huidige appartement in Ommoord. Haar jongste dochter woont ook in de Schepenstraat en kwam al bij Noorderlicht. “Ze zei steeds: ‘Mam, je moet eens mee!’ maar ik had mijn twijfels,” vertelt Els. “Toen ik nog in die straat woonde kwam ik weleens bij de oude gemeente in de Prinsekerk en ik zat er in het kerkkoor. Daarna probeerde ik aansluiting te vinden bij een kerk bij mij in de buurt, maar daar kon ik het niet goed vinden.” Ook hoort Els dat Noorderlicht een jonge gemeente is. “En ik ben toch al ‘enigszins gevorderd in het levensproces’ zullen we maar zeggen,” lacht ze. Maar uiteindelijk is ze in het voorjaar van 2018 toch meegegaan. En toen werd er een lied gezongen: ‘Welkom thuis, hier moet je zijn.’ “En toen voelde ik: hier ben ik thuis. Létterlijk!” Wat betekent Noorderlicht voor jou? Els roept enthousiast: “Een bruisende kerk! Met inderdaad veel jonge mensen, ook al is het wel aan het mêleren. De grootste groep blijft tussen de 20-40 jaar.” Els benadrukt dat ze het zo fijn vindt dat Noorderlicht niet alleen een kerk is op zondag, maar de hele week door. “Alles wat ze doen; een Alphacursus, de kringen, de neighbours-groepen, allerlei vormen van hulp, de gebedscursussen… Het is echt geloven op álle dagen en dat ook uitdragen in je gedrag en je zijn. Dat spreekt me heel erg aan.” Hoe zou je Noorderlicht omschrijven voor een buitenstaander? Els denkt even na. “Een open gemeente waar íedereen welkom is.” Ze legt de nadruk op het woord iedereen. “Wat ik ook zo prachtig vind is dat er geregeld wordt benoemd dat wat voor mens je ook bent, hooggeplaatst of niet, homo, hetero, dat iedereen echt welkom is. Laatst werden ook de trans-mensen genoemd. Dat vind ik zó fijn, want ik denk echt dat God ook zo naar ons kijkt.” Over de dienst zegt ze: “Ze hebben een redelijk vaste structuur. Er is een afwisseling van tekst en muziek, en uit elke preek kun je iets leren. De actualiteit wordt er vaak goed bij betrokken en de Bijbel wordt uitgelegd in die trant, zonder dat ze je iets van bovenaf proberen op te leggen.” Els benoemt de oorlog in Oekraïne en de toestanden bij The Voice waar in de diensten van Noorderlicht veel ruimte voor was en is. “En dan wordt het ook nog in de nieuwsbrief genoemd, dat als je er over wilt praten je altijd contact kunt opnemen met het pastoraat. Zo moet het geloof zijn. Als iets wat op een blije manier bij je hoort en wat je uitdraagt in je handelen.” Welke rol speelt het geloof in jouw leven? Els begint met een bekentenis: “Ik zou graag willen zeggen: ‘Alles overheersend’, maar dat is niet helemaal waar.” Ze is opgegroeid in een gelovig gezin, deed op haar 21e belijdenis en trouwde in de kerk. “Maar mijn man was niet gelovig. Sterker nog, hij had er een hekel aan dat ik elke zondag naar de kerk ging. Dus op een gegeven moment verwatert dat dan toch… Maar God was er altijd!” Uiteindelijk komt Els in Noorderlicht terecht. “En het lijkt wel alsof het geloof nu pas voor het eerst écht van binnen leeft. Dat is zo’n ontroerende ervaring! Ik voel God zó dichtbij.” Vroeger vond ze de zondag de vreselijkste dag van de week. “Ik moest helemaal opgeprikt in mijn zondagse jurkje naar de kerk, want God moest kunnen zien dat ik een meisje was… Een jurkje met pareltjes en al. Maar verder mocht ik niks. Ik mocht niet buiten spelen, niet met vriendinnetjes afspreken. We gingen soms bij een oma op bezoek, maar dat was het dan.” Dat nare gevoel heeft Els in de loop der tijd achter zich kunnen laten. “Nu kijk ik juist uit naar de zondag. Ik vind naar de kerk gaan fijn.” Soms mist ze de oude psalmen en gezangen weleens, maar over het algemeen vindt ze de muziek en de preken in Noorderlicht geweldig. “De sfeer is zo plezier, en ongeacht wie er preekt wordt het altijd zo naar het nu getrokken dat ik het op mijn eigen leven kan betrekken. Geloven wordt op die manier heel praktisch en als iets wat bij mij hoort.” Welke boodschap wil je de Noorderlichters, en anderen die dit lezen, meegeven? Els is even stil, om vervolgens heel bedachtzaam te zeggen: “Heb vertrouwen.” En eigenlijk is dat het. “Dat zei mijn moeder altijd en het is iets waar ik zo van overtuigd ben. Je mag vertrouwen hebben. Het komt goed. Hoe akelig het nu ook is, het komt goed, ooit. Maar op het moment dat je in zo’n akelige situatie zit, zie je dat niet altijd.” Ze moet denken aan het gedicht over de voetstappen in het zand. ‘Maar kind ik heb je al die tijd gedragen.’ “We mogen vertrouwen hebben,” besluit ze. Zelf vindt ze het stiekem ook wel lastig. “Ik kan het allemaal leuk vertellen, maar ik ben van mezelf heel onzeker en bang dat ik dingen verkeerd doe.” Op haar werk redt ze zich wel, maar in sociale situaties vindt ze het soms moeilijk. “Als ik bij het koffiedrinken na de dienst geen bekende zie staan, ben ik er liever niet,” bekent ze. “Dat is voor mij altijd een punt dat ik moet overwinnen en waarin ik probeer te denken: heb vertrouwen.” Welk citaat uit de Bijbel wil je ons meegeven? Aansluitend op het mogen hebben van vertrouwen, denkt Els aan een bekende zin uit Genesis: “God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was.” (Genesis 1: 31, NBV) “Ik heb die tekst al honderd keer gehoord, maar toen ik dat echt goed besefte, dat ik écht goed ben, had ik tranen over mijn wangen.”