Kleur bekennen…
Woensdagavond raakte ik aan de praat met deze jonge vrouw. Ik maakte de foto tijdens de protestactie door de Black Lives Matter beweging in het centrum van onze stad. De tekst lijkt een variatie op ‘My skin is my sin’ van Ice Cube. Ik kwam de tekst op dit bord eerder tegen op een hoodie. Een nieuwe trend? In elk geval raakten deze woorden een gevoelige snaar bij mij.
Spreekwoordelijke druppel
Door de dood van George Floyd was ik diep geraakt, maar deze jonge vrouw met de tekst op het bord was de spreekwoordelijke druppel. Deze week was een onbewust sluimerend gevoel aan de oppervlakte gekomen. Ik kan het nog niet helemaal duiden, maar ik moet er iets mee. Er is iets gaande in de wereld dat ik niet naast me neer wil leggen.
Het thema discriminatie houdt me bezig. Ik hoor de verhalen van mensen in het Oude Noorden. Het raakt me als wijkbewoners vertellen hoe ze worden gediscrimineerd. Mensen voelen het haarfijn aan wanneer een ander je niet als gelijkwaardig ziet. Vaak gebeurt het heel subtiel. Blijkbaar hebben wij mensen de neiging ons superieur op te stellen richting anderen. Wat is dat? Wat willen we hoog houden? Waarom moet dat ten koste gaan van de ander? Ik denk dat de dood van George Floyd ons allemaal een spiegel voorhoudt.
Ongemak
Dat brengt me bij mijn eigen ongemak. Heb jij dat ook dat je soms te snel conclusies trekt? Herken je iets van je vooroordelen ten opzichte van mensen die anders zijn dan jij? Racisme is meer dan denken in zwart-wit.
We zien pas het ware gezicht van de ander als we onszelf afvragen of we verborgen vooroordelen hebben over een ander persoon. Het komt dus aan op een kritische blik naar binnen en een onbevooroordeelde blik naar buiten.
In dat kader is onderhuids racisme misschien wel de grote uitdaging voor Nederland. We spreken onze afschuw uit over wat er in de VS gebeurt, maar onbewust hebben we onze eigen vooroordelen richting anderen. “Ook al ben je niet met racisme bezig, racisme is bezig met jou”, hoorde ik iemand eens zeggen.
Het komt er dus op aan dat we uit onze comfort zone durven stappen.
Martin Luther King jr. zegt het zo:
“The Ultimate Measure of a man is not where he stands in moments of comfort and convenience, but where he stands at times of challenge and controversy.”
Ik denk dat de tijd is aangebroken dat we als kerken niet langer kunnen zwijgen. Zo las ik op een bord bij de demonstratie in Rotterdam:
‘Silence is violence’. Hebben we ons als kerken niet veel te lang stil gehouden? Het doet me denken aan de pester op het schoolplein (waarachter vaak een bang kind schuilgaat). De meerderheid heeft moeite met het pestgedrag, maar doet niets. Het pestgedrag kan doorgaan doordat de meerderheid niet van zich laat horen.
Nu is dat een eenvoudig voorbeeld, maar het laat zien dat zwijgen dingen in stand houdt. Wat was er gebeurd als de kerk had gesproken tijdens het apartheidsregime in Zuid-Afrika? Wat gebeurt er als witte kerken in de VS en Brazilië meer van zich laten horen? Wat verandert er als Nederlandse kerken en christenen hun stem laten klinken? De hele Bijbel door zie je dat God een stem geeft aan hen die geen stem hebben.
Naast het doorbreken van het zwijgen is het van grote betekenis dat we mensen opzoeken die anders zijn dan wij. Dat we durven investeren in relaties die we normaal uit de weg gaan. Niet omdat het moet, maar omdat deze tijd erom vraagt. Juist in het leren kennen van de ander kom je je eigen vooroordelen op het spoor.
Extra stap
Zijn we er dan? Nee, was het maar zo eenvoudig. Dit is pas het begin. Juist in de ontmoeting met andere mensen kom je erachter hoe anders de ander is (denk aan sociale en etnische achtergrond, religie, cultuur, sekse etc.). En om dan die ander lief te hebben in datgene waarin hij anders is, dat vraagt om een extra stap. Liefde betekent hier overigens niet dat je altijd warme gevoelens voor iemand hebt. Liefde is dat je met een liefdevol oog en een open oor naar de ander kijkt en luistert. Dat je hem of haar als gelijke ziet en de ruimte gunt op een menswaardig bestaan. Liefde drijft de angst (voor de ander) uit.
In deze dagen denk ik dikwijls aan Martin Luther King jr. Ik was net aan het lezen in een biografie over zijn leven, toen George Floyd op een schokkende manier stierf. Het filmpje over zijn dood op het keiharde asfalt van de straat raakte iedereen. Al lezend in de biografie van Martin Luther King jr. valt me op dat op het gebied van politiegeweld tegen Afro-Amerikanen weinig is veranderd. Zoals deze week de Amerikaanse tennisster Coco Gauw op een indrukwekkende manier in haar speech opmerkte: “Het is treurig dat ik nu tegen hetzelfde demonstreer als mijn oma vijftig jaar geleden deed. Ik vecht voor de toekomst van m’n broeders, m’n toekomstige kinderen en m’n toekomstige kleinkinderen.”
Ook King jr. vocht op een geweldloze en vreedzame manier voor de toekomst van zijn kinderen en kleinkinderen. Ik vind het dan ook bewonderenswaardig dat hij in gesprek bleef met zijn politieke tegenstanders. Ondanks alle tegenwerking, verzet en haat wist hij van geen wijken. Niet voor niets heeft zijn prekenbundel de naam
“Strength to Love” gekregen. Was het niet de apostel Paulus die over deze liefde opmerkte: ‘Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.’
Liefde tot het einde
Als er één is die deze liefde tot het einde heeft geleefd, dan Jezus wel. Racisme heeft een begin, maar ook een einde. Het loopt stuk op het kruis van Jezus. Het zwart-wit-denken overleeft Jezus niet. Daarom is hij de enige die werkelijk kan zeggen:
“All Lives Matter.”
Deze compassie van Jezus inspireert me om uit mijn comfort zone te komen en kleur te bekennen.
>”Darkness cannot drive out darkness; only light can do that. Hate cannot drive out hate; only love can do that.”
(Martin Luther King)
*Bram Robbertsen
Buurtpastor Goud van Noord*