Geiten lusten ook gras…
Als diaconaal werker van Noorderlicht was ik altijd druk met van alles en nog wat regelen voor de kledingbank, kringloop het Pakhuys , de verhuisbus, klussen bij mensen in de wijk en met/voor vrijwilligers die een beroep op je doen. Dat alles valt stil op 16 maart… Ook was ik op 1 maart begonnen als interim buurtpastor bij Wijkgebouw de Bron in Crooswijk. Maar na één zondagse dienst en twee weken van activiteiten valt ook daar alles stil… En ik val dus ook (een beetje) stil… Want ik kan niet eens meer bij buurtbewoners of vrijwilligers langs… wat mag je eigenlijk nog wel doen? Wat is noodzakelijk en wat kan echt wel wachten? Blijf binnen als je niet per se de deur uit hoeft! Maar mijn werk is toch hartstikke belangrijk? Mijn vrouw blijkt veel beter dan ik in staat om te onderscheiden wat noodzaak is en wat wel kan wachten. Ik hoef echt geen 5x per week naar Rotterdam te rijden. Au! Nadat ik een tijdje wat meer thuis ben dan anders, komt Niels met het voorstel om mensen met wie ik regelmatig diaconaal contact heb, te bellen. Gewoon vragen hoe het met ze gaat en of ze de dag nog een beetje doorkomen. Zo gezegd, zo gedaan. Gelukkig gaat het met de meeste mensen nog goed en komen ze ook elke dag nog buiten. Het is tenslotte vanaf dag één van de lockdown stralend weer, en dat al zes weken lang. Fijn dat het met de meesten goed gaat. Ik zal hen regelmatig bellen. Op een gegeven moment hoor ik over voedselbanken die tekort hebben aan van alles. Als geboren en getogen Westlander en ex-tuinder gaat er dan natuurlijk iets kriebelen. Ik zie hier hoe tuinders de overgebleven groenten in de container gooien. Dus klim ik in de muis en stuur mails naar een aantal grote exporteurs en telersverenigingen. Daaruit blijkt dat ze vrijwel allemaal al hun overgebleven spullen centraal naar de voedselbank brengen. Gelukkig, dus daar hoef ik niet meer achteraan. Tot ik mijn zus spreek. Zij werkt als vrijwilliger bij de voedselbank in Maassluis. Daar krijgen ze zoveel producten dat ze overhouden. Het restant gaat naar de geiten. Nu heb ik niets tegen geiten, behalve dat de mannetjes nogal bokkig kunnen zijn, maar volgens mij vinden ze gras ook heel lekker! Dus ik spreek meteen af dat ik de overgebleven groenten ophaal om ze in Rotterdam een goede bestemming te geven. Op vrijdagmiddag om 16 uur ben ik welkom. Dan is bekend wat er over is. De eerste keer krijg ik zoveel mee dat mijn auto het niet kan hebben. En daar kan veel in! Nadat dit een paar weken zo blijft, huur ik een aanhanger. Eerst breng ik de groenten alleen bij De Bron, waar ze aan zo’n 30 mensen worden uitgedeeld. Met de aanhanger breng ik ze op drie andere locaties, waaronder Noorderlicht Prinsekerk. Ook daar zijn mensen die net niet voor de Voedselbank in aanmerking komen en ze goed kunnen gebruiken. Ik ben blij dat ik zo toch nog een verbinding kan leggen tussen de overvloed van het Westland en het tekort in Rotterdam. Intussen is het Pakhuys weer open, zijn er wat vrijwilligers aan het klussen bij de kerk en hebben we weer veel mooie fietsen gekregen uit Oude Tonge. Misschien komt langzaam alles weer op gang. De meerwaarde van deze lockdown is voor mij dat ik meer tijd heb (of neem?) om met mensen te praten en te bidden. Ik hoop dat dit in ieder geval niet zal veranderen.