Collateral beauty

Voorganger
Niels de Jong
Bijbeltekst
Johannes 20:24 – 29

Opname niet beschikbaar

Preek


Misschien heb je de term ‘collateral damage’ wel eens gehoord. Letterlijk: bijkomende schade. Het is een van oorsprong militaire term – voor schade bij een aanval die niet voorzien was. Bv. bij een luchtaanval dat als doel heeft bepaalde schade te maken; met ‘collateral damage’ wordt dan de schade bedoeld die er nog eens bij kwam, onbedoeld en onvoorzien. Onlangs noemde iemand in een gesprek de term ‘collateral beauty’. Diegene bedoelde dat uit het tragische wat in het verleden van iemand was gebeurd, dat er ook iets onvoorzien moois uit was voortgekomen. Collateral beauty – onvoorziene schoonheid uit iets kwaads, uit iets uitermate pijnlijks.

Je zou kunnen zeggen dat in het kruis van Jezus enorm veel collateral beauty zit. Dat kruis was enorm schadelijk, enorm pijnlijk, iets tragisch, ronduit kwaad wat daar gebeurde, maar het onvoorziene effect was ‘collateral beauty’ – dat er enorm veel bijkomende schoonheid uit voortkwam, heel veel onvoorziene goedheid. Misschien wel een schoonheid en een goedheid waar jij en ik niet op gerekend hadden. Een deel van die onvoorziene schoonheid – ook voor ons vandaag – zien we in de ontmoeting van Jezus en Tomas, waar Jezus verschijnt, vrede wenst en zijn littekens laat zien.

Laten we eens goed naar die ontmoeting kijken. Jezus is opgestaan uit de dood en verschijnt aan de leerlingen, nu voor de tweede keer en nu met Thomas erbij. Thomas is een van de bijbelse figuren die in het Nederlands in een uitdrukking is beland. ‘Een ongelovige Thomas zijn’. Dat komt uit dit verhaal waar Thomas naar voren komt als een twijfelaar, iemand die het niet kan geloven, die grote moeite heeft om te geloven in de opgestane Jezus. Thomas lijkt het niet te kunnen geloven dat Jezus na dood te zijn geweest, weer is opgestaan.

Maar dat laatste is wel de vraag. Of de twijfel van Thomas de twijfel is die wij al snel veronderstellen, de twijfel die voor ons in de 21e eeuw vanzelfspreekt, namelijk de twijfel t.a.v. de bewering dat iemand die dood is, weer levend wordt. We weten het niet helemaal zeker, maar misschien zat het wel anders. Misschien was het niet zozeer de onmogelijkheid van een opstanding uit de dood – Thomas was er bv. ook bij in Johannes 11 dat Lazarus, een vriend van Jezus, uit de dood werd opgewekt. En Thomas was opgegroeid met de God van de bijbel en dat was geregeld een God van wonderen. Dus misschien was dat niet eens het grootste obstakel voor Thomas dat God een groots wonder had gedaan bij Jezus. Misschien had zijn twijfel meer met iets anders te maken. En misschien is twijfel nog een te zwak woord. Misschien is verzet wel een beter woord, want Thomas lijkt heel onwillig te zijn om ook maar iets aan te nemen van zijn mede-leerlingen t.a.v. een opgestane Jezus. ‘Alleen als ik mijn vingers steek in zijn wonden waar de spijkers hebben gezeten; alleen als ik mijn hand steek in de wond van zijn zij, alleen dan zal ik geloven’. Het lijkt er op dat hij zich verzet tegen zijn collega-discipelen die in zijn ogen al te snel in die opstanding van Jezus waren gaan geloven. Die twijfel, dat verzet, had misschien eerst en vooral te maken met het feit dat Thomas het wel een heel goedkoop verhaal vond worden. Zo van: ‘ja, ja – en toen stond hij op uit de dood en was alles weer achter de rug? Ja, ja – alles is plotsklaps weer bij het oude?’. Dat ging er bij Thomas niet in – dat Jezus dan een soort superheld was, een superheld die eigenlijk nooit echt te raken is door de vijand, het kwaad, maar er altijd weer aan ontsnapt. Daarvoor had hij Jezus te zeer zien lijden, daarvoor had hij de doodsangst bij Jezus er te veel in de ogen gekeken, daarvoor had hij maar veel te goed gezien dat Jezus werkelijk geraakt was door kwaad, onrecht en de dood zelf. Thomas geloofde niet in goedkope verhaaltjes. Daarom dat hij gevraagd had naar zijn wonden in zijn handen, in zijn voeten en in zijn zij – als Thomas die voelt, dan zal hij pas geloven dat Jezus werkelijk is opgestaan uit de dood. Zo had hij stellig beweerd.

En dan op die zondag als Thomas blijkbaar toch is overgehaald om met de leerlingen bijeen te komen. Dan is Jezus daar opeens – ondanks de dichte deuren. De dichte deuren die symbool staan voor de afgeslotenheid van de leerlingen en die van Thomas in het bijzonder. Jezus brak daardoorheen, en zo ook door de twijfel en het verzet van Thomas heen. En Jezus kijkt gelijk naar Thomas en toont zijn handen en nodigt hem uit om zijn wonden aan te raken. Jezus veroordeelt de vraag van Thomas dus niet als een verkeerde vraag of een al te brutale vraag. Nee, blijkbaar is het een terechte vraag dat een antwoord verdient. Maar als Thomas de littekens ziet van de wonden van Jezus, dan is Thomas gelijk om. Het was dus geen goedkoop verhaaltje! Jezus was dus niet iemand die het kruis even van zich had afgeschud… Jezus was er door veranderd, blijvend door geraakt, getekend voor altijd. Hij was niet weer simpelweg teruggekeerd naar zijn oude leven, alsof er niet veel gebeurd was. Het lijden was niet weggepoetst, en ook niet vergeten. Nee, wat dat betreft had Thomas het goed gezien – dat kwaad, dat lijden, die angst, die verlatenheid, dat onrecht die dood – het was echt geweest, reeel en Jezus was er enorm door geraakt en geschaad. Dat was blijvend aan Jezus te zien.

Thomas is altijd voorgesteld als een twijfelaar die in zijn koppigheid het maar niet wil geloven. Maar misschien is het wel zo zoals iemand uit de eerste eeuwen na Jezus opmerkte dat wij nu meer aan de twijfel, het verzet van Thomas hebben, dan aan het geloof van die andere leerlingen. Hoe het ook zij, Thomas is ergens ook een voorbeeld voor ons – om geen genoegen te nemen met een goedkoop verhaaltje, of met een Jezus zonder wonden. Dus als je ooit een beeld van Jezus voorgespiegeld krijgt dat alleen maar mooi, lief en zoet is. Geloof het niet. Als je ooit een beeld van Jezus voorgespiegeld krijgt dat heel triomfantelijk is, een soort hemelse superster. Geloof het niet. Maar neem een voorbeeld aan deze Thomas. Of denk dan maar aan het volgende verhaaltje. Er wordt verteld dat satan een keer aan Sint-Maarten, een heilige uit de katholieke traditie, verscheen. Nota bene in de gedaante van Jezus Christus. De heilige liet zich echter niet voor de gek houden. Hij vroeg hem: ‘waar zijn jouw wonden?’. Die waren er niet, en dus wist Sint-Maarten dat dit de ware Jezus niet kon zijn. Want de enige ware Jezus is de Jezus met littekens.

Later in het boek Openbaringen waar je een soort blik in de toekomst krijgt, daar wordt Jezus heel beeldend voorgesteld als ‘het lam, staande als geslacht’. Die slachting aan het kruis die blijft voor de eeuwigheid Jezus tekenen. Dat lijden was niet even een tragische, maar gelukkig snel te deleten fase. Nee, dat lijden wordt meegenomen de toekomst in. Niet als pijnlijke wonden, maar wel als littekens. De levende Jezus weet voor altijd wat lijden is en zal dat nooit vergeten. Zoals een Auschwitz-overlevende nooit zijn periode in Auschwitz zal kunnen vergeten. Zo is de opgestane Jezus ook altijd de gekruisigde Jezus – dat kruis raakt nooit vergeten.

Maar wat is de collateral beauty van deze gekruisigde en opgestane Jezus voor ons? Wat is de onvoorziene goedheid van die gewonde en geraakte Jezus voor ons vandaag?

Daarvoor gaan we terug naar dit verhaal waar Jezus voor Thomas staat en dan kunnen we vier dingen zien, vier vormen van collateral beauty – vier goede gevolgen van dat vreselijke kwaad dat hem is aangedaan.

Gevolg 1

De littekens uit dit verhaal, waar wij dankzij Thomas op gewezen worden, die littekens wijzen ons op het lijden dat Jezus heeft ondergaan, die wijzen op de spijkers van het kruis die door zijn handen en voeten ging, het zwaard waarmee hij doorstoken werd, dat via zijn zij zijn hart raakte. Die wijzen erop hoe reëel en echt dat lijden was. Hoezeer hij geraakt is door het geweld, het onrecht, het kwaad in deze wereld. En het is hem voor altijd bijgebleven, het heeft hem voor de eeuwigheid getekend.

En als wij dan lijden – dan mogen we weten dat Jezus weet, heel diep weet wat lijden is. Voor altijd weet hij dat. Het tekent hem tot op de dag vandaag. Jezus weet wat jou lijden is, hij weet hoe het voelt om verraden te zijn, verlaten te zijn, bang te zijn, geslagen te zijn, in je hart geraakt te zijn, verdriet te hebben, pijn te lijden, onrecht te verdragen, kwaad te voelen – hij weet het. Hij weet het helemaal. De levende Jezus is en blijft voor altijd ook de gekruisigde, die weet hoe jouw lijden voelt. Die weet hoe het lijden voelt – bv. ook van de mensen in Sri Lanka of van mensen waar dan ook op deze planeet die lijden. Daar wijzen die littekens op.

Gevolg 2

Het tweede goede gevolg van de kruisiging van Jezus, waar we op worden gewezen via die ontmoeting van Jezus met Thomas. Daar komen we op door te letten op wat Jezus als eerste zegt bij die ontmoeting met de leerlingen en Thomas. Hij zegt als eerste: vrede! En vervolgens wijst hij op zijn wonden die het geloof van Thomas moeten wekken. Jezus wijst dus niet op zijn wonden om medelijden te krijgen en ook niet om te wijzen op wat hem is aangedaan, ook niet op een reden dat hij teruggekomen is om wraak te nemen. Dat laatste dacht men toentertijd nog al eens. Er circuleerden bij de Joden nogal eens het idee dat als de messias zou komen, dat hij dan eens flink orde op zaken zou stellen. En de leerlingen van Jezus kenden die ideeën. En nu Jezus was teruggekeerd – na zoveel onrecht te zijn aangedaan door zijn vijanden – nu konden die leerlingen zomaar denken dat Jezus orde op zaken zou stellen, wraak zou nemen op zijn vijanden en alles recht zou zetten. Maar Jezus kwam niet terug om zich te wreken. Nee – deze geslagen, bespotte, gekruisigde Jezus kwam terug met een boodschap van vrede.

Jezus is gekomen tot zijn leerlingen om duidelijk te maken dat het nog geen tijd is om recht te zetten of wraak te nemen – het is de tijd voor vrede, het is tijd voor vergeving. Op die onvoorziene goedheid wijst deze ontmoeting van Jezus met Thomas.

Gevolg 3

Die littekens van Jezus – en dat is wederom een soort onvoorziene schoonheid voor ons – zegt ons ook dit. Het zegt ons dat als we ons verbonden hebben met Jezus we ook net als hij zullen opstaan in een nieuw leven – verschillende bijbelteksten spreken daarover. We zullen dan dezelfde zijn en toch ook veranderd. En het zal dan zijn dat als wij lijden meemaken in dit leven, dat als wij dan de grens van de dood passeren, we het eeuwige leven instappen, het bij ons dan net zal zijn als Jezus. Het lijden zal niet van ons afgeschud zijn, zoals een hond het water van zijn lijf schudt. De pijn is voorbij, maar de littekens niet. Het zal niet voor niets geweest blijken te zijn. Het zal op de een of andere manier meegaan met ons – natuurlijk niet als een pijnlijke wond meer, maar als een litteken. Het zal geen reden zijn om met pijn of wrok aan terug te denken, maar een reden om Jezus Christus nog dankbaarder te zijn voor zijn liefde, opoffering, lijden en overwinning.

Want hij kwam om genezing te brengen, zoals een oude tekst al had voorzegd: ‘in zijn striemen ligt onze genezing’. In zijn wonden ligt onze genezing. Jezus, die pijn is aangedaan, geneest jouw en mijn pijn. Jezus, wiens hart doorstoken is, geneest ons gebroken hart.

Waar jouw pijn ook zit, waar bij jou de wonden geslagen zijn, waardoor jou hart gebroken is – het wordt serieus genomen, het wordt niet even weggepoetst, want Hij weet dat het niet niks is. Maar er zal genezing zijn. Er zal genezing zijn – als je gelooft in deze Jezus begint dat genezingsproces nu al, maar het zal voltooit zijn aan de andere kant van de dood, in het nieuwe leven.

Gevolg 4

Die littekens van Jezus wijzen nog ergens op, namelijk dat Jezus ergens voor gevochten heeft. Jezus had gestreden om het kwaad te verslaan, schuld te vergeven, de dood te overwinnen. En Jezus is niet ongeschonden uit die strijd gekomen…

En als Jezus daar zo voor zijn leerlingen staat, voor hen die zijn missie zouden moeten voortzetten, dan is duidelijk dat zij die zijn weg gaan ook niet ongeschonden door het leven zullen komen. De missie van die nieuwe wereld die God voor ogen staat, die missie is niet goedkoop of makkelijk en zal ook niet zonder strijd gaan.

En dat geeft ons de vraag – als wij zijn weg willen gaan, als wij meedoen met zijn missie, dan bevraagt ons dat. Volgen wij hem ook hierin? Zijn wij bereid om hem te volgen en in zijn strijd mee te doen? De strijd tegen kwaad, tegen zonde, tegen onrecht, tegen onverschilligheid, tegen leugens? Ook als het zeer gaat doen, ook als het je beschadigt, ook als het opoffering vraagt?

Er is ooit een verhaal verteld over een man die sterft en naar de hemel gaat. Toen hij de intake-engel ontmoette, vroeg die hem: Llaat me je wonden zien’. Die man antwoordde toen: ‘Wonden? Die heb ik niet.’ Toen zei de engel: ‘Vond je nooit iets de moeite waard om voor te vechten?’

Jezus vond deze wereld de moeite waard om voor te vechten. Hij vond jou en mij de moeite waard om te vechten. Hij vond ieder mens die je ooit in de ogen kijkt, de moeite waard om voor te vechten. En hij vraagt jou en mij hem te volgen – ook in zijn strijd voor het goede, in zijn strijd voor Gods nieuwe wereld. Een strijd waarbij het nooit de bedoeling is dat je geweld gebruikt, maar net als hij vecht met wapens van liefde, van vergeving, van waarheid, van goedheid. En dat je die wapens blijft gebruiken, ook als je onderweg gewond raakt.

In de littekens van de opgestane Jezus zit veel bijkomende schoonheid voor hen die hem willen volgen. En als Jezus zijn littekens heeft laten zien en Thomas liet merken dat hij nu Jezus geloofde, vertrouwde, dan zegt Jezus er achteraan: Thomas – jij hebt het nu gezien, maar gelukkig zijn zij die mij niet gezien hebben, maar wel in mij geloven. Als je deze Jezus vertrouwt, gelooft, je hart geeft, volgt, meegaat in zijn missie, dan ben je gelukkig… Want je bent vergeven. Want je weet dat iemand weet van wat je doormaakt. Want je weet van hoop op leven in eeuwigheid, een genezen leven. Gelukkig, want je weet dat er iemand voor je gestreden heeft. Gelukkig, want je hebt een missie die de moeite waard is.

Ik sluit af met een voorbeeld van iemand die veel schoonheid heeft gezien in de wonden die Jezus toont aan Thomas. Het is een naamgenoot van Thomas, Thomas Halik. Een priester uit Praag, Tjechie, een adviseur van o.a. Vaclav Havel, een Tjechische President van weleer en van paus Johannes Paulus II. Iemand die zonder het christelijk geloof is opgegroeid, in het geheim achter de muur heeft ontdekt en later priester is geworden. Onderweg heeft hij allerlei religies onderzocht, ervan geproefd heeft, maar God gevonden in Jezus Christus. Hij schrijft bijvoorbeeld:

Ik geloof niet in goden en religies die vrolijk in deze wereld rondspringen zonder geraakt te worden door haar wonden – zonder schrammen, littekens of brandwonden – en zo op de hedendaagse religieuze markt alleen hun blinkende charme tentoonstellen.

Deze Thomas Halík werd enorm geraakt door dit verhaal van deze ontmoeting tussen Jezus en Thomas. Halik die zichzelf zo kan vereenzelvigen met zoekers, twijfels en sceptici, deze Halik ziet in deze wonden van Jezus juist voor zoekers, twijfelaars en sceptici een weg om tot geloof te kunnen komen. Niet dat ze al hun vragen en twijfels opeens kwijt zijn, iets dat ook helemaal niet hoeft, maar waar ze wel God kunnen vinden. In de wonden van Jezus is God, het vertrouwen in God te vinden. Zoals voor Tomas in Johannes 20 in de wonden van Jezus God te vinden is. Want hij roept – als Jezus hem toont waar de spijkers hebben gezeten, waar het zwaard hem heeft doorstoken – ‘Mijn Heer! Mijn God! Hij heeft opeens en wel gelijk door met wie hij te maken heeft. Niet met een of andere supermens, maar met God, zijn Heer.

Voor Halík zelf ging dat ook zo. Als het gaat over de weg naar God vinden, dan schrijft hij: ‘Voor mij is er geen andere weg, geen andere deur naar God, dan die deur die geopend wordt door een gewonde hand en een doorstoken hart. Ik kan niet ‘mijn Heer! Mijn God!’ roepen als ik niet de wond zie die tot in zijn hart raakt. Ik kan alleen die God toebehoren die zijn wonden kan tonen.’ In de wonden van Jezus, komt Halik God tegen.

Ik weet niet of je jezelf herkent in Halik, of in Thomas. Of je jezelf ook ziet als een zoeker, een twijfelaar, iemand die misschien ook niet in goedkope verhaaltjes wil geloven. Of dat je misschien toch meer bent als die andere leerlingen, die sneller en makkelijker tot geloof leken te zijn gekomen. Hoe dan ook, vandaag keken we naar de littekens van de opgestane Jezus en naar de collateral beauty die erin zat voor ons. Maar het mooiste wat je uiteindelijk erin kunt ontdekken is wat Thomas erin ontdekte, namelijk God zelf. Die God is grootser, mooier en gewonder dan wij ons maar kunnen voorstellen.

En als het moeilijk is in je leven, ook als het voor je gevoel lang duurt, ook als het wonder van je eigen genezing lang duurt, ook als de strijd je zwaar valt – misschien heb je dan iets aan dit lied. “While I wait”.

Amen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven